Fasen in verandering

Veranderen: vriezen en dooien

Ik draag mijn portefeuille al zo lang ik er één heb in mijn rechter kontzak. De laatste maanden begon dat te irriteren. Hij drukte op een zenuw en dat gaf een vervelend gevoel in mijn bil en in mijn been. En het werd steeds erger. Afgelopen week vertelde ik het aan Rina, mijn vriendin en die vroeg: “Waarom draag je hem dan nog steeds in je rechterachterzak?”. “Euhh… dat doe ik al mijn hele leven.”

PortemonneeOeps. Dat is precies wat ik altijd hoor bij organisaties als ik vraag waarom mensen iets op een bepaalde manier doen. “Dat doen we altijd zo.” Maar dat is geen antwoord op de vraag. Het komt voort uit een natuurlijke weerstand tegen het veranderen van gewoontes. Lees de blog over onze automatische piloot nog maar eens door.

Verandermodel

Kurt Lewin heeft daar in de jaren 50 van de vorige eeuw al een model voor gemaakt. Hij gaat daarbij uit van drie fases van verandering: unfreeze, change en freeze. Dit model is voor vele anderen de basis geweest voor nieuwe gedragsverandermodellen.

Unfreeze:

Een verandering vindt niet plaats zonder een “sense of urgency”: een noodzaak tot veranderen. Alleen als mensen zien dat “het zo niet verder kan”, of dat er flinke problemen aankomen, kunnen ze zich richten op verandering. In eerste instantie gaat dit vaak gepaard met ontkenning, onzekerheid, twijfel en angst. Pas als mensen de oude situatie los kunnen laten is er ruimte voor de volgende stap. Wat kun je in deze fase het best doen?

  • Open en eerlijk communiceren. Een dubbele agenda werkt averechts.
  • Duidelijk zijn over aanleiding, doel en het schetsen van de nieuwe toekomst
  • Zoveel mogelijk mensen betrekken en mee laten denken
  • Verwachtingsmanagement: “Het wordt niet makkelijk en we komen ook problemen tegen.”
  • Gebruik het veranderkompas en hou rekening met de verandercurve
  • Geef iedereen de tijd om te wennen door niet te snel te gaan.

Change:

De verandering doorvoeren. Snel en krachtig.

  • Laat de resultaten zo snel mogelijk zien. Ook als die nog maar klein zijn.
  • Bespreek de mee- en tegenvallers.
  • Geef begeleiding en begrijp dat het soms lastig is.
  • Organiseer de verandering bij voorkeur zodanig dat de oude werkwijze onmogelijk wordt.

Freeze.

Doel: het inslijten van de nieuwe situatie.

  • Spreek nieuwe (gedrags-)regels af, die van toepassing zijn op de nieuwe situatie.
  • Maak die visueel, samen met de vooruitgang die al bereikt is.
  • Blijf begeleiding geven
  • Zorg voor (sociale) controle op de oude werkwijze en spreek mensen daarop aan.
  • Evalueer regelmatig en bespreek regelmatig de vorderingen.

Mijn veranderfases

Bij mijn portemonnee-probleem was de unfreeze-fase urgent genoeg. Regelmatig pijn in mijn achterwerk en been is genoeg aanleiding om er iets aan te doen. Ik bleek zelf ook bedrijfsblind bij langdurige gewoontes te zijn: mijn vriendin moest me wijzen op een supersimpele oplossing. En net als iedereen voelde ik ook weerstand: “Leuk idee, die linker kontzak, maar daar moet ik de hele tijd aan denken.”, “Zou het wel helpen?”, “Krijg ik hetzelfde probleem niet aan de andere kant?”.  Allemaal onzin-argumenten en excuses.

De change-fase was in dit geval eenvoudig genoeg. Gewoon doen. Ik heb vanmorgen mijn portemonnee in mijn linker achterzak gedaan. Ik moet er alleen aan denken dat ik dat voortaan doe. Maar een pijnprikkel is een goede stok achter de deur.

Standaard-check

De freeze-fase: dat zal moeten inslijten. Vooral als de pijn rechts wegtrekt en er dus geen noodzaak meer lijkt om te veranderen. En dan nog een dingetje: ik zal een andere gewoonte moeten veranderen. Als ik de deur uitga check ik standaard of ik drie dingen bij me heb: telefoon, sleutels en portemonnee (door te voelen aan mijn rechter achterzak). Ik hoop niet dat ik een keer een uur loop te zoeken naar mijn portefeuille die al die tijd in mijn linker kontzak zit.