Push versus Pull
Een paar jaar geleden was ik op vakantie in het fantastisch mooie Bretagne. We hebben prachtige kusten gezien, uren gewandeld op het schiereiland Quiberon en mooie middeleeuwse stadjes bezocht.
De boulanger
We hebben daar met onze tent op twee leuke kleine campings gestaan. Allebei heel schattig. En elke ochtend werd er door de plaatselijke boulangerie bakken vol met brood verkocht. Croissants, pain au chocolat, baguettes en nog veel meer.
De Push-bakker
Op de ene camping begon om 9 uur de verkoop. Om kwart voor negen stond er al een lange rij, want soms waren de croissantjes al na 10 minuten op, en die wilden niemand missen natuurlijk.
De verkoop ging door tot het brood òf de rij weg was. Één van de twee.
Ontevreden klanten door nee-verkoop
Als het brood op was, ging de rest van de rij teleurgesteld weer naar de tent of caravan. Dus ontevreden klanten. Veel campingbezoekers die eerder waren hadden nog wel brood, maar niet datgene wat ze graag hadden gewild. Dus namen ze iets anders mee.
Geen ramp: we hadden vakantie. Maar er waren veel gezinnen met kinderen, die toch hadden gehoopt op zo’n lekker croissantje. En het viel natuurlijk tegen dat die er niet meer waren.
Verspilling: overproductie
Als de rij eerder weg was, bleef de bakker met brood zitten. Soms bakken vol. In Lean termen een duidelijk geval van de verspillingsoort “Overproductie”.
Push productie
De oorzaak? Push productie. Je maakt wat, en probeert dat dan te verkopen. Je gaat er, min of meer gefundeerd, van uit dat de klant het wil kopen. Maar of je verwachting klopt, merk je pas bij de verkoop.
Een heel grappig voorbeeld van push productie is het volgende filmpje:
De Pull-bakker
De andere camping had ook een deal met de plaatselijke versebroodjesbakker. Daar werkten ze volgens het pull-systeem. Dus ze maakten alleen waar concreet vraag naar is.
Hoe werkte dat dan?
- Tot 8 uur ’s avonds kon je invullen wat je de volgende ochtend wilde hebben. Daarvoor hing een lijst bij het mededelingenbord, met de kolommen: kampeerplaatsnummer, baguettes, croissants, pain au chocolat, pain au raisins, etcetera.
- Bij het sluiten van de receptie maakte de eigenaresse van de camping met haar smartphone een foto van de lijst, en whatsappte die naar de bakker.
- Die telde de kolommen op en hij wist precies wat hij de volgende ochtend moest bakken.
- De volgende ochtend was het niet nodig in de rij te gaan staan, want je bestelling stond al klaar.
Campinggasten blij, want die kregen precies wat ze wilden. En ze hoefden niet persé om 9 uur op te staan.
Boulanger blij, want die had nooit te veel of te weinig gebakken, dus in Lean termen: geen verspilling,
Maar wat kun jij hier nu mee?
Push productie betekent dat er iets wordt gemaakt waar – nog – geen behoefte aan is. Of je bestelt alvast spullen die nodig zijn voor als er een order komt. Maar het werkt voorraadvorming in de hand.
Onnodige voorraad legt beslag op kapitaal, ruimte en is risicovol. Voorraad lijkt zo lekker veilig. Je grijpt nooit mis, en die kosten en dat risico? Die zijn vaak heerlijk onzichtbaar. Maar ze zijn er wel degelijk.
De hagelbui
Daar kan die autofabrikant van meepraten toen een voorraad van honderden gloednieuwe auto’s op een haventerrein een enorme hagelbui kreeg te verduren. Elke auto had flinke deuken in het dak.
Aanvoer optimaliseren
Het is beter de aanvoerketen (of supply chain) zodanig te optimaliseren dat er snel en adequaat precies die voorraad wordt aangevoerd die nodig is om de verkoop aan te vullen. Snelle en betrouwbare aanvoerlijnen zijn beter dan hoge voorraden.